Ervaringsgericht onderwijs

Kinderen leren de hele dag door. Ze zien, voelen en ervaren het leven om zich heen. Vanuit deze ervaringen ontstaat er een leergierige houding en een vraag naar kennis. De leerlingen worden uitgedaagd om op onderzoek te gaan. Actief en creatief leren staan hierbij centraal. De rol van de leerkracht als begeleider en richting gever is hierbij doorslaggevend. Hij/zij creëert voortdurend leersituaties die zoveel mogelijk aansluiten bij de leefwereld van de kinderen en behoudt tevens steeds het verticale overzicht over de leerplannen en de te behalen einddoelen.

a. Leerkracht als rolmodel en begeleider

Aan de rol en voorbeeldfunctie van de leerkracht wordt in de ToverWijzer veel waarde gehecht. Leerlingen kijken naar de leerkrachten en zullen het gedrag van hen gaan imiteren. Als we willen dat de leerlingen vriendelijk, geduldig en behulpzaam zijn, dan kunnen we dat alleen verwachten als de leerkracht het goede voorbeeld geeft.

De leerkracht begeleidt de leerlingen op intellectueel, emotioneel en sociaal vlak. Ze zijn emotioneel en communicatievaardig, hebben zicht op de individuele leerstijl van de leerlingen en zorgen voor een breed aanbod van leervormen, zodat de leerlingen worden aangesproken op een voor hen passende manier.

Door na de middag andere deskundigen in te schakelen om de sportvakken en de artistieke vakken te geven, hebben de leerkrachten na de middag ruimte om de lessen van de volgende dag voor te bereiden, te overleggen met elkaar, coaching te volgen of administratief werk te doen.

Van leerkrachten wordt ook verwacht dat zij de stiltetechniek beoefenen en ze krijgen bovendien constante coaching en begeleiding.

Wij zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit van het onderwijs afhangt van de kwaliteit van de leerkrachten. Door hen een tool te geven om stress te ontladen, door constante coaching aan te bieden en hen ruimte te geven in de namiddag om voor te bereiden, administratief werk te doen of te overleggen, dragen wij tegelijkertijd zorg voor onze leerkrachten, onze leerlingen en de kwaliteit van ons onderwijs.

b. Kringronden/ Coöperatief leren

Tijdens de kringrondes bij het begin en het einde van de dag en op vaste momenten doorheen de dag delen de leerlingen ervaringen met elkaar, brengen thema’s aan die hen bezighouden, stellen vragen, geven elkaar reflectie. Alles mag aan bod komen, op voorwaarde dat het ‘zinvol’ is en dat de anderen er iets van kunnen leren.
Er is een ‘Chief’ die de ronde leidt en een ‘Schrijver’ die het verslag maakt. De leerkracht coördineert mee, intervenieert indien nodig, zorgt voor verdieping als er zich kansen voordoen en legt onderliggende verbanden. De onderwerpen die in de kringrondes naar voor komen, zijn stuk voor stuk leermomenten op zich, maar kunnen ook worden uitgediept in een groter onderzoek of project of kunnen aanzet geven tot een klasuitstap.

Kringrondes vormen, reeds vanaf de kleuterklas, een ideaal kader voor het ontwikkelen van zowel intellectuele als emotionele, sociale vaardigheden en communicatieve vaardigheden. Er wordt met de kinderen gefilosofeerd; ‘denken over denken’, de kinderen leren zich uitdrukken, leren voor hun mening uitkomen, leren naar elkaar luisteren, leren respectvol met elkaar omgaan, leren omgaan met reflectie en leren hoe je met elk woord dat je spreekt je omgeving beïnvloedt en dit alles in een veilige, respectvolle omgeving onder de deskundigheid en leiding van de leerkracht.

c. Onderzoeken/ projectwerking

Onderzoeken en projectwerking nemen een belangrijke plaats in in de ToverWijzer. Onderzoeksvragen kunnen o.a. ontstaan vanuit de praatronde op het actuaboek. Ze kunnen gekoppeld worden aan de praatronden, lesmomenten of specifieke onderzoeksmomenten die mede begeleid worden door ouders.

Door onderzoeken en projecten die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen wordt de leergierigheid van de leerlingen gestimuleerd, waardoor de intrinsieke motivatie groeit. De leerlingen gaan zelfstandig op onderzoek in kleine groep of individueel, maar worden begeleid in het op zoek gaan naar en het kritisch kijken naar informatie.

Wanneer het onderzoek is afgerond, maken de leerlingen een samenvatting en lichten deze toe aan de klasgroep op een persoonlijke manier, d.m.v. een presentatie, toneel, lied, PowerPoint, … Grote projecten worden voorgesteld op het Forum.

d. De wereld in de klas, de klas in de wereld

In de ToverWijzer trekken we, reeds vanaf de kleuterklas, regelmatig de wereld in op leeruitstap en één keer per jaar op klaskamp. Leerlingen wordt een brede maatschappelijke oriëntatie meegegeven zodat hun actieve burgerschapszin wordt bevorderd. Tegelijkertijd worden maatschappelijke thema’s die door de leerlingen worden aangebracht, besproken, zodat ze in staat worden gesteld gefundeerd hun eigen mening te vormen en actief hun kennis ten dienste te stellen van onze maatschappij.
Het actuaboek neemt hierin een belangrijke plaats.

e. Actuaboek

Elke dag kiest een leerling een artikel uit de krant of internet. Hij/zij vat het artikel samen in eigen woorden en brengt dit voor de klas. De leerling geeft zijn of haar mening over het artikel en bedenkt één of twee vragen die later terugkomen in de wekelijkse actuaquiz. Vaak ontstaat hieruit een extra onderzoek of project. De verschillende domeinen van WO worden hieraan gekoppeld door de leerkracht. De leerlingen leren kritisch kijken naar de informatie en de manier waarop deze wordt gebracht door de media.

f. Talen

Onze dagelijkse werking en klasorganisatie biedt een levendige en rijke talige omgeving die op een heel natuurlijke wijze voortdurend leersituaties biedt waarin de taalontwikkeling van de kinderen kan begeleid en gestuurd worden. Tijdens de kringrondes, vrije teksten, onderzoeken, boekpresentaties, leeskwartiertjes, maar ook in muzische vorming en tijdens de workshops krijgen de kinderen volop de kans zich op taalgebied breed te ontwikkelen. Reeds vanaf de kleuterklas wordt hier enorm veel aandacht aan besteed. Het taalbad waarin alle kinderen worden ondergedompeld, is specifiek voor anderstalige kinderen heel rijk aan mogelijkheden tot ontwikkelen in de Nederlandse taal.

Naast de methode voor spelling ‘De Taalbende’ en ‘Et en de letterfabriek’ (voor het eerste leerjaar), vertrekken we heel vaak vanuit vrije teksten. Het plezier van het schrijven over een onderwerp dat hen bezighoudt en de wetenschap dat hun afgewerkte en geïllustreerde tekst of verhaal daarna gepubliceerd wordt in de Schoolkrant ‘Het ToverNieuws’, motiveert de leerlingen enorm om te schrijven en te groeien in woordenschat, schrijfmotoriek, schrijfhouding en kennis van grammatica en spelling.

Naast spreken en schrijven doen wij er als school ook alles aan om de kinderen het plezier van het lezen te helpen ontdekken. De leerkrachten lezen ook in de lagere school nog veel voor. We hebben vaste leeskwartiertjes, leesouders die mee komen lezen en doen aan tutor-lezen. In elke klas hebben we een leeshoek en verschillende boekenkasten met boeken van alle leesniveaus. De bibliotheek van Tienen brengt daarbovenop vier keer per jaar een nieuwe lading boeken. De liefde voor boeken wordt ook aangewakkerd tijdens auteurslezingen en boekpresentaties die kinderen voor elkaar houden.

Andere talen

Wij geloven in een heel ervaringsgerichte, praktische aanpak wat talen betreft. Door enkele van de kunst- of sportvakken wekelijks in het Frans of Engels aan te bieden en dit reeds vanaf de kleuterschool, leren de leerlingen al spelenderwijs de basisvocabulaire en basisgrammatica van deze taal.

In de ToverWijzer starten we reeds in het vierde leerjaar met het vak Frans. Dit geeft ons meer tijd om de leerstof op een ervaringsgerichte, proefondervindelijke manier aan te brengen en te interioriseren: ‘En route!’

 

g. Workshops

Elke week op vrijdagnamiddag krijgen de leerlingen van de lagere school workshops, de kleuters één keer per maand; bakken, tuinieren, gezonde voeding, metsen, theater, techniek, muziek, beeldende kunst, bouwen, verkeer, … Het kunnen eenmalige activiteiten zijn of projecten waaraan meerdere weken wordt gewerkt.

Tijdens deze projecten ontwikkelen de kinderen zowel intellectuele, sociale als creatieve en ambachtelijke vaardigheden.
Er wordt steeds klasoverschrijdend gewerkt.

 

h. Forum/ Toonmoment

Een leerproces bestaat altijd uit drie fasen; de analytische fase, de synthese-fase en de integratiefase. In de analytische fase gaat het kind doorheen de informatie, waar nodig begeleid door de leerkracht. In de synthese-fase wordt de leerstof ‘samen-gevat’. De derde fase, de integratiefase, wordt echter vaak overgeslagen. In deze fase geeft het kind expressie aan wat het heeft geleerd. Dit kan zijn in de vorm van een presentatie, een kunstwerk, een lied, een tekst, een toneel, …

Op het maandelijks forum voor ouders, grootouders, broers en zussen… tonen de kinderen wat ze geleerd hebben op een eigen, individuele manier.

 

i. Bij het aanbieden van kennis wordt de relatie met het geheel gelegd

Het is voor leerlingen ontzettend belangrijk dat ze weten waarom ze iets leren. Bij alles wat aan leerstof wordt aangereikt, wordt de link gelegd met het grotere geheel, zodat het voor de leerlingen duidelijk wordt waarom het voor hen persoonlijk zinvol is deze materie onder de knie te krijgen, waar ze zich bevinden in het leerproces hiervan en waar ze naartoe werken. Het geheel wordt zichtbaar gemaakt door bijvoorbeeld het jaaroverzicht van de leerstof visueel voor te stellen in de klas.